
Dag 7 dus: de langste etappe, de drielanden etappen van Metz, door Luxemburg naar Grand-Halleux in België. 200 km en naar schatting 1000 hm. Nou dat werden er ruim 1600. Het begon goed: weliswaar grijs, maar droog in Noord Frankrijk en in Luxemburg kwam er een zonnetje door. Na een km of 70 waren we eindelijk echt een beetje aan het fietsen. Ik bedoel: je rijdt op een racefiets, dus dan mag je af en toe ook wel eens beetje rijden alsof je op een racefiets zit. In Noord Frankrijk waren we de volgauto een tijdje kwijt (of zij ons) en toen ze ons eindelijk weer gevonden hadden zijn we even gestopt voor een ‘bakkie’. In de auto hadden ze thermoskannen mee en zo deden we de laatste dagen, na een km of 40 effe een bakkie bij de auto. Dit keer zat er een traktatie bij van ‘vreemde René’; croissants en pain au chocolat. René van Oosten was een ‘single biker’ die vanaf dag 3 (dacht ik) met ons mee reedt en de traktatie was uit dank voor onze gastvrijheid. Ik geloof dat Ronald de Mooy hem goedmoedig ‘vreemde René’ had gedoopt, niet omdat René zo’n rare is, maar omdat we al een René in het team hadden; mijn broer. ‘Vreemde René’ had een GPS en was een uitstekende navigator, dus af en toe schalde er een zin door ons pelotonnetje als “Vreemde René, gaan we goed zo?”. Vervolgens hadden we, ter gelegenheid van Andries’ verjaardag (Andries is de chauffeur van onze volgauto: de Toyota Landcruiser) en het teamgebeuren, afgesproken om deze etappe onderweg een terrasje te pakken. Bij zo’n 90 km had de crew van de volgauto een terrasje voor ons uitgezocht (ik denk in Ettelbruck), maar toen we langskwamen zaten we net in zo’n goede ‘flow’ dat we niet graag wilde stoppen en reden we dus door. Dat ging ook heel lekker, langs een riviertje tot aan het tweede checkpoint op zo’n 120 km. Inmiddels hadden we afgesproken om het terrasje dan maar te pakken in Clervaux, op zo’n 150 km. Maar vlak na het tweede checkpoint grepen de weergoden hun ‘kans op regen’ (zoals voorspeld): het begon dus weer te regenen en niet zo’n beetje ook. Binnen 10 kilometer de schoenen weer doorweekt (ondanks overschoenen) en sloeg ook de kou weer toe. En alhoewel het bij Clervaux weer droog was en ook de zon zich weer liet zien én de warme chocolademelk én appeltaart met slagroom zich goed lieten smaken (met dank aan Andries), heb ik het niet meer warm gekregen. De laatste 50 kilometer vond ik niet echt leuk meer. Gelukkig gingen de laatste 10 km enigszins naar beneden en vlogen die kilometertjes voorbij. Dankzij onze extra stop kwamen we als een van de laatste ploegen aan

De laatste dag: aankomst in Valkenburg. Onder luidt gejuich had Gijs ons de avond ervoor het weerbericht meegedeeld: licht bewolkt, veel kans op zon, 20 graden en DROOG! Na een ontbijt met een flinke dosis Ibuprofen (ik heb ze de laatste dagen als smarties gegeten; ze werken ECHT meneer…) gingen we al rap de Wanne op. Omdat de smarties nog niet goed ingewerkt waren vond mijn knie het niet zo leuk Ook was het helemaal geen 20 graden en ook niet droog. De volgende klim heb ik een paar stukjes aan de auto gehangen, maar op de Rosier ging het eigenlijk wel weer lekker. Ook de naamloze col vanuit Stoumont ging prima. Bovenop ff ’n bakkie naast de auto (kon mooie Ronald ook weer met een peuk op adem komen) en verder. Afdalen op de Maquisard, langs het CCR, waar we de maand daarvoor logeerde tijdens ons trainingsweekend en vervolgens in Remouchamps de Redoute op. Op dat moment was alle pijn goed verdoofd en toen de volgauto langszij kwam om me een lift aan te bieden riep ik ‘no pain’ en roste ik zonder hulp de Redoute op, heerlijk!

Iedereen uit het team geweldig bedankt voor deze mooie week. Iedereen die ons heeft gesteund bedankt. En mijn bijzondere dank aan Fried - een betere teammanager kun je niet wensen - en aan Diana, die zo hard gewerkt heeft om ons elke dag weer fit aan de start te krijgen en de bijzondere medische verzorging van mijn persoontje (ik heb al haar smarties opgegeten en Zovirax leeggesmeerd) en Andries voor alle hand en spandiensten.